Deze vraag staat op de voorkant van ‘Autisme magazine’ van het NVA. Het trok mijn aandacht. Onze maatschappij is momenteel erg gericht op het benadrukken van alle verschillen tussen mensen. Er lijkt een steeds grotere kloof te komen, terwijl we eigenlijk het tegenovergestelde willen bereiken.
Maar ik dwaal af, want daardoor werd mijn aandacht niet alleen getrokken. Na al die jaren dat ik al bij mijn autistische maatje kom, kwam hij afgelopen maand ineens tot een ontdekking: ‘Ilona bruine kleur.’ Alsof ineens de feitelijke info over huidskleur via de snelweg op bestemming kwam. Ik moest serieus blijven kijken, maar ik kon een glimlach zeker niet bedwingen.
Zoals ik in eerdere berichten over Autisme al beschreef (lees bericht 1 en bericht 2 over Autisme) komt de info in het brein van CASS versplinterd binnen en CASS gebruikt veel meer losse puzzelstukjes om een puzzel te leggen.
Dit maakt het voor CASS lastiger om de wereld om zich heen, maar zeker ook zijn innerlijke wereld te begrijpen.
Referentiekader
De Hippocampus ligt in het centrum van ons brein en speelt een belangrijke rol bij de opslag van feiten en ervaringen (Dit is Autisme, Colette de Bruin). De appeltaart van oma komt bijvoorbeeld in de mapjes eten, familie, geur, sfeer etc. Het vormt ons referentiekader en dat werkt bij iedereen weer anders. We hangen bepaalde gebeurtenissen of ervaringen weer op andere haken.
Je kunt zeggen dat CASS een chaotische opslag in zijn hoofd heeft. Als je het met een computer zou vergelijken zijn er bestanden bij CASS niet terug te vinden, zit alle info in 1 map, of is info in verkeerde mapjes opgeslagen.
Het referentiekader ‘IK’
Bij het referentiekader ‘IK’ gaat het over: opgedane ervaringen, levenswaarden, gedachten over jezelf en van kennis hoe je je verhoudt tov anderen en hoe jij jezelf weet te waarderen. Dit wordt in je geheugen onder de grote Ik opgeslagen met info over je gedrag, gevolgen en reacties van anderen.
Theory of mind
TOM 1 Inzicht in eigen ik–> Wie ben ik? Waar ben ik goed in? Wat is mijn lievelingseten?
TOM 2 Inzicht in de ander –> Waar is de ander goed in?
TOM 3 Inzicht in de invloed van eigen gedrag op de ander.
CASS mist hier stukken. Informatie van gedrag, gevoelens en het effect daarvan komen niet op hetzelfde moment aan. Het referentiekader is anders, doordat CASS sociale informatie in zijn of haar databank mist (sociale informatie wordt niet of moeilijk herkend en opgeslagen). CASS gaat voorbij aan sociale of emotionele boodschappen en reageert op feitelijkheden die opvallen.
Een kort uitstapje:
Bij een vrouwelijke CASS raken neuronenpaden van sociale interactie van nature meer ingesloten, omdat zij hier meer op gericht zijn. Zij zijn beter in staat gedrag te spiegelen (spiegelneuronen) en hierdoor kan een vrouwelijke CASS empathisch overkomen. Als gevolg daarvan krijgt CASS geen diagnose Autisme.
Het ‘Ik’ opbouwen
De (belangrijke) mensen om CASS heen, ook wel VIP genoemd, kunnen samenhang aanbrengen (snelwegen bouwen) die ontbreekt bij CASS. Zij gaan als het ware het referentiekader van CASS opbouwen. Het Ik bouwen en sociale vaardigheden zijn aan elkaar verbonden, want je moet eerst jezelf kennen, voor je een ander kunt leren kennen.
Hoe kan VIP helpen?
- Ondertitelen en aanvullen wat CASS niet over zichzelf weet. Bijvoorbeeld door CASS te leren waar hij goed in is, wat hij voelt, kiezen tussen wat CASS het lekkerst vindt banaan of peer. Anorexia kan ook ontstaan doordat CASS niet kan kiezen.
- Mappen maken om structuur aan te brengen (mindmap), bijv–>IK
- feiten–>lengte, leeftijd
- Gevoelens–> etc.
- Ik/zelfboek maken–> een boek over CASS en zijn leven, met bijv. foto’s van het gezin, huisdieren, school, lievelingseten etc.
- Waarden en normen bespreken op niveau. Al kijk je samen een soap of een film kun je situaties bespreken. Zo kun je waarden en normen op het niveau van CASS bespreekbaar maken.
- Het benoemen en ondertitelen van situaties Ruzies in huis of als je moe bent en wat minder geduld hebt bijvoorbeeld. Het mag er zijn, maar wel altijd ondertitelen voor CASS.
- Sociale regels afspreken. Regels zijn feiten, ze staan vast en het gaat altijd zo. Bijvoorbeeld als je drinken pakt altijd aan andere aanwezige vragen of zij ook iets willen. Of als iemand is gevallen kun je altijd vragen of iemand zich pijn heeft gedaan. Doet zich een nieuwe situatie voor zal er weer een nieuwe regel moeten worden opgeslagen in het referentiekader van CASS.